Toepasselijkheid van algemene voorwaarden en verwijzingen naar verschillende algemene voorwaarden bij internationale overeenkomsten.
In onze praktijk hebben wij vaak te maken met algemene voorwaarden. Geregeld hebben deze betrekking op overeenkomsten waarbij een van de partijen niet in Nederland gevestigd is.
Eerder lichtten wij toe dat een voorgedrukte tekst op het briefpapier meestal niet voldoende is om uw algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing te laten zijn, of dat de wederpartij deze kan vernietigen. Immers, de wet bepaalt dat een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is als aan de wederpartij "niet een redelijke mogelijkheid is geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen”, meer in het bijzonder door deze (bijvoorbeeld) ter hand te stellen.
Bij internationale overeenkomsten ligt dat anders. Internationaal opererende handelsondernemingen dienen ervan op de hoogte te zijn dat voetteksten verwijzingen naar algemene voorwaarden kunnen bevatten en dienen, als partijen van de betekenis of strekking van de tekst niet zeker zijn, daarover opheldering te vragen alvorens de overeenkomst aan te gaan. Door de overeenkomst aan te gaan zonder daarover opheldering te vragen, wordt het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat ingestemd wordt met toepasselijkheid van de algemene voorwaarden als genoemd in de voettekst.
Omdat de afdeling in het Nederlands Burgerlijk Wetboek over algemene voorwaarden niet van toepassing is als betrokken partijen handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf èn niet beiden in Nederland gevestigd zijn, behoort vernietiging omdat "niet een redelijke mogelijkheid is geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen" dan ook niet tot de mogelijkheden.
In diezelfde bijdrage gingen wij ook in op de zogenaamde 'battle of forms'; in de offerte verklaart de ene partij haar algemene voorwaarden van toepassing, wat gevolgd wordt door een bevestiging van de andere partij waarin andere algemene voorwaarden van toepassing worden verklaard.
In geval van twee Nederlandse partijen bepaalt de wet bij wijze van vuistregel (tenzij iets anders voortvloeit uit het aanbod, uit een andere rechtshandeling of uit een gewoonte) dat uitgegaan wordt van de eerste verwijzing. Daarop wordt een uitzondering gemaakt als de wederpartij bij de van toepassing verklaring van haar algemene voorwaarden de eerste verwijzing uitdrukkelijk van de hand wijst. In dat geval is de tweede set algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing.
Ook dat ligt bij internationale overeenkomsten anders, zoals blijkt uit het recente arrest van het Gerechtshof Den Haag. In dat geval, waarbij een Nederlandse en Duitse partij betrokken waren, moest de internationale bevoegdheid worden vastgesteld aan de hand van de zogenaamde Brussel I-Verordening (de Europese Verordening betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken). Artikel 23 van die Verordening bepaalt op welke wijze partijen rechtsgeldig een bevoegd gerecht kunnen aanwijzen (een zgn. forumkeuze).
Omdat er sprake was van een klassieke battle of forms-situatie, ofwel een verwijzing naar verschillende algemene voorwaarden, en beide algemene voorwaarden een ander gerecht bevoegd verklaarden, rees de vraag of eerst aan de hand van artikel 23 van de Verordening moet worden bepaald of sprake is van een geldige forumkeuze, of dat eerst overeenkomstig het toepasselijke recht moet worden vastgesteld welke algemene voorwaarden van toepassing zijn, waarna vervolgens moet worden vastgesteld of het daarin opgenomen forumkeuzebeding voldoet aan de vereisten van artikel 23.
Naar het oordeel van het Gerechtshof moet primair aan de hand van artikel 23 van de Verordening worden bepaald of er sprake is van een geldige forumkeuze, waarbij gelijk de vraag rijst hoe dat dan bij een battle of forms moet worden beslecht. Bij een battle of forms moet in beginsel worden aangenomen dat artikel 23 helemaal geen bevoegdheid verschaft omdat er geen wilsovereenstemming tussen partijen tot stand gekomen is over de algemene voorwaarden en dus ook niet over een forumkeuze (de zogeheten ‘knock-out’-benadering), aldus het Gerechtshof.
Vervolgens onderzoekt het Gerechtshof nog of de Nederlandse rechter bevoegdheid kan ontlenen aan artikel 5 van diezelfde Brussel I-Verordening, nu de vordering betrekking heeft op verbintenissen uit een overeenkomst. Omdat de kenmerkende prestatie - de levering van diensten (in dat geval laswerkzaamheden) - in België plaatsvinden, kan de Nederlandse rechter ook geen bevoegdheid ontlenen aan artikel 5 sub 1 Brussel I-Verordening.
De slotsom is - ondanks dat de Nederlandse partij verwijst naar de Metaalunievoorwaarden en daarin een forumkeuze voor de Nederlandse rechter is opgenomen - uiteindelijk dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
Hiermee is nog maar eens aangetoond hoe belangrijk het is dat u uw algemene voorwaarden juist hanteert en er zodoende voor zorgdraagt dat die ook op de overeenkomst van toepassing zijn.
Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem gerust contact op.
Advocatenkantoor Ester is thuis op het terrein van het bouwrecht. Niet alleen bij de grote bouwprojecten, maar ook bij de kleinere. Of het nu een groot of klein werk betreft,....
De dagelijkse praktijk laat zien dat het huurrecht een ingewikkeld recht is. Er gelden verschillende regelingen voor verschillende vormen van huur. Zo gelden er andere regels voor...
Iedereen heeft dagelijks te maken met het sluiten van contracten, zowel ondernemingen als particulieren. Of u nu een overeenkomst met een afnemer of leverancier sluit, of een brood bij de bakker koopt.
Wanneer iedereen ....